Het woonverhaal van Angelo

Het beeld dat helaas overheerst als mensen aan de Zeeheldenbuurt denken, is dat van een verouderde buurt met dito bewoners. “Eeuwig zonde”, zegt Angelo Arntz. Als we hem interviewen, zien we een goed verzorgde huisvader in een mooi opgeruimd en helemaal zelf opgekalefaterd (tijdelijk) huurhuis. “Niet meteen het type bewoner dat je (vaak onbewust) zou verwachten in deze buurt “, zegt hij met een glimlach als we hem complimenteren met zijn kluskunsten. De ondernemer vertelt ons hoe hij door botte pech 3 jaar geleden vanuit zijn toenmalige huurwoning uiteindelijk bij zijn ouders op de bank belandde. Toen hij in gesprek raakte met Mark van der Velde van Woningcorporatie Samenwerking en aan hem zijn situatie uitlegde kon hij in zijn tijdelijke huurwoning in de Zeeheldenbuurt terecht. De woning wordt in de toekomst gesloopt en dat brengt ook onzekerheid met zich mee. Angelo vertelt…..

“Fijn hoor al die woonverhalen en al die mensen die vertellen hoe blij ze in van die prachtige buurten als bijvoorbeeld Ambacht zijn. Ik denk dan: Zullen we eens een weekje ruilen?”. Gedreven vertelt hij verder: “Het verhaal van de ‘vergeten huurders’ en de buurten waar mensen liever niet wonen wordt veel te weinig verteld. Maar juist dat beeld moeten we óók hebben om een realistische kijk te krijgen op wat er voor een nieuwe Woonvisie nodig is om écht aan iedereen een plek te bieden. Fijn dat jullie ook dát woonverhaal laten zien en horen en ik hoop oprecht dat er iemand luistert.”

“We zijn in mijn optiek in Vlaardingen goed in slopen en nieuw bouwen voor middenstand en hogere inkomens. En sociale huur moeten we vooral meer over de regio verdelen hoor je weleens. Maar daarmee is er dus wel minder plek voor de sociaal meest kwetsbaren in de eigen wijk en stad. Ik vind dat zorgelijk. Mooie huizen maken de stad misschien mooier, en mensen die nu nieuw kopen in bijvoorbeeld de Westwijk willen plat gezegd ook met hun mooie nieuwe huis niet tussen de ‘paupers' zitten (want zo is het toch vaak, laten we eerlijk zijn) maar je hebt het wel over mensen en mensenlevens! We zijn niet allemaal met een gouden lepeltje in onze mond geboren. Sommige mensen hebben het echt zwaar. Nadenken over de toekomst van wonen is er dus ook voor zorgen dat deze stad een thuis biedt aan alle mensen.”

“Ik werk als glazenwasser. Ik zie na hun verhuizing sommige oude buren in andere stadsdelen terug. Leuk dat je die sociaal zwakkeren, zoals dat dan heet, een beetje verstopt of, netter gezegd, bewust probeert te verdelen over een breder gebied. Je verandert dan de woning, maar de situatie van die mensen niet! Daarmee verplaats je het probleem en mensen voelen zich in een andere wijk soms ook nog eens echt ontheemd. Mijn advies voor de toekomst zou zijn: Denk nu samen na over structurele oplossingen voor mensen die je ook in de toekomst niet in een hokje kunt stoppen. Juist dát getuigt van een visie op wonen”  

Hoewel we het interview vanwege corona digitaal moeten doen, spat Angelo’s betoog van het scherm en komt letterlijk en figuurlijk binnen. In rap tempo gaat hij verder, zich verontschuldigend voor zijn spreektempo, toegevend dat hij gewoon ontzettend blij is ook eens ‘een andere kant’ van wonen in Vlaardingen onder de aandacht te kunnen brengen.

“De huurwoningen hier staan op de nominatie voor sloop. De woningcorporatie pleegt er geen onderhoud meer aan. Die tijdelijke situatie duurt al veel te lang. Omdat er aan de huizen niets meer wordt gedaan, verslechtert de buurt ook steeds meer. In de zomer trekt de urinelucht van de verslaafden die hier tegen mijn buitenmuur aan plassen vaak het hele huis in als de zon erop heeft gestaan. Ik laat mijn 3-jarige dochter niet alleen via de steeg naar de tuin lopen vanwege de troep die er vaak ligt. Ook dat is de realiteit van wonen in dit deel van de stad. Wat me raakt, is dat door dit soort omstandigheden meteen alle bewoners van de Zeeheldenbuurt daarmee een stempel krijgen. Termen als ‘uitkeringstrekkers’, ‘armoedzaaiers', ‘junkies’…je hoort ze vaak in relatie tot deze wijk. Mensen willen toch graag een stickertje plakken. Terwijl er hier ook heel veel mensen wonen die deze buurt graag samen schoon, heel en veilig houden. Maar dat kunnen we niet alleen. Toch voelt het soms wel alsof we er alleen voor staan. We hebben de gemeente en de woningcorporatie nodig. Maar die doen hier vanwege de al zo lang geplande ‘herstructurering’ niet zo veel meer. Die zien de oplossing in uitgummen en opnieuw beginnen. Dat raakt me. Het lijkt wel of ze ons vergeten of er gewoon niet aan willen denken hoe het hier nu al een hele tijd is. Wat gebeurt er met alle ‘goede huurders’ als de buurt op de schop gaat?”

“We vallen tussen wal en schip. Als tijdelijke huurder heb je geen rechten. Na een lastige privéperiode leek deze tijdelijke woning dé oplossing. Maar wat ik me pas later heb gerealiseerd en nu dagelijks aan den lijve ondervind, is dat daarmee het probleem verplaatst wordt.  Ik huur nu tijdelijk, maar als ze hier nieuwe (duurdere) woningen gaan neerzetten, waar moet ik dan weer heen? Inmiddels sta ik bij de woningcorporatie al jaren ingeschreven, maar bij het verdelen van de (schaarse) woonruimte zijn er altijd urgente gevallen en mensen in nog net iets andere meer dringende omstandigheden, die dan toch weer voorrang krijgen voor een huurwoning. 
Ondertussen woon ik hier als hardwerkende ondernemer met een bescheiden inkomen, als zorgzame vader en betrokken vrijwilliger voor de minima in onze stad al 3 jaar in een verouderde woning. Het vooruitzicht van het krijgen van een nieuwe huurwoning, terwijl deze woning toch echt ooit gesloopt gaat worden, lijkt nog ver weg. En een plek in een nieuwbouw huurwoning die ze hier willen realiseren lijkt helemaal onhaalbaar, omdat de huur van een eengezinswoning al gauw tegen de € 1000,- loopt. Kopen kan ik ook niet. Ik ben geen uitkeringstrekker, maar de huizenmarkt is zo overspannen dat je wel flink moet kunnen overbieden wil je kans maken. Ik ben gewoon een harde werker en ondernemer. Omdat ik echter aan de bank nog niet voldoende jaren jaarcijfers kan overleggen (ik ben pas een jaar bezig), krijg ik ook geen hypotheek. …Zeg het maar! Wat kan ik doen? Wat is er dan beschikbaar op de woningmarkt voor ‘ons soort mensen’? Daarmee bedoel ik: Niet problematisch genoeg om urgentie te krijgen; niet lang genoeg ingeschreven om een nieuwe huurwoning naar wens te bemachtigen; niet in aanmerking komend voor subsidie of urgentie, maar ook niet genoeg verdienend voor een koopwoning waarvan de maandlasten aan hypotheek gek genoeg vele malen lager zouden zijn dan huurkosten bij een verhuizing. Het is een soort catch 22 (een onmogelijke situatie).”  

“Er is dus een groep mensen die overal net buiten dreigt te vallen waar, als je nadenkt over de toekomst van wonen, naar mijn mening nog veel te weinig voor gedaan wordt.”
We vragen hem, wat er dan zou moeten gebeuren.
“Het zou al helpen als woningcorporaties en gemeenten beter zouden samenwerken. Er wordt nu vooral gekeken in termen van of geld (huurprijzen, huursubsidiegrenzen, beperkte sociale huur, vrije sector, middenhuur en wat een woning de betrokken partijen netto oplevert) of naar doelgroepen (starters, senioren, doorstromers). Maar wat als je niet in zo’n hokje past? Voor mijn gevoel ben ik tot deze situatie veroordeeld. En ik maak er met mijn buren het beste van hoor. We hebben samen in deze wijk al best wat voor elkaar gekregen. Ik heb een relatief leuke stek voor mijzelf en mijn dochter weten te realiseren. En ik houd van mijn werk als vrijwilliger en ondernemer. Ik geloof zoals ik zei, ook echt dat je van iedere situatie toch gewoon iets moet zien te maken. Maar het houdt me wel bezig, dat wij als mensen en als huurders soms in dat hele woon-en ontwikkelproces een beetje vergeten worden. Misschien is het feitelijk niet zo, maar zo voelt het wėl. 
Als je een buurt afschrijft, betekent dat niet dat je dat met de bewoners ook kunt doen. Ieder mens heeft recht op een veilige, gezonde woonplek. Iedere vader wil zijn kinderen zonder zorgen buiten kunnen laten spelen.  Als ik bij wijze van spreken dakloos was geweest, had rondgezworven en in een ‘bepaald hokje’ had gepast, had ik eerder een passende woning toegewezen gekregen dan nu. Dat voelt ‘krom’. Ik ben benieuwd hoe men dat in de toekomst in Vlaardingen recht gaat breien en volg met belangstelling de ontwikkelingen.”

“Ondertussen blijf ik zoeken naar een nieuwe woning, voor mijzelf, mijn dochter en, jawel, mijn vriendin.  Ik geloof er namelijk in dat naast negatieve dingen er ook voldoende positieve veranderingen mogelijk zijn, als je kansen ziet en met een frisse blik durft te kijken. Ik nodig de gemeente uit hetzelfde te doen. Niet alleen voor de Zeeheldenbuurt maar in en voor alle Vlaardingers.”